<< Terug
In de 14de eeuw zou de pastoor tegenover de kerk gewoond hebben in een huis van advocaat Jean Boechs (C. Thys, 1889, blz. 414). In de gemeenteraad van Widooie van 08/05/1832 is voor het eerst sprake van een 'kapellanie' (pastorij) in de gemeente. De raad neemt het voorstel van de heer J. Deploige, vicaris van de gemeente, strekkende tot het bouwen van eene kapellanie, in overweging. Pastoor J. Deploige wil aan de gemeente een perceel boomgaard, groot twaalf roeden en zestig ellen, gelegen in het midden van het dorp, schenken. Blijkbaar hebben de inwoners al kunnen intekenen en bedraagt op dat ogenblik de som van de giften 1.149 fl 51 cents benevens de karre vrachten benoodigd tot het bijhalen der bouwmaterialen enz. De grondteekening benevens het bestek der kosten opgemaekt ter bouwing van voorschreve kapellanie bedragende de som van 1.449,86 cents. De gemeenteraad meent dat het nadelig zou zijn een dergelijke voordelige donatie niet aan te nemen aangezien de gemeente nimmer eene kapellanie gehad heeft en dat waarschijnlijk na de dood van J. Deploige uit oorzaek van geene woning te hebben de gemeente met groote moeite een ander vicaris zoude bekomen. De gemeenteraad beslist het voorstel van J. Deploige aan te nemen en uit de gemeentekas 300 fl en 35 cents te gebruiken om de kapellanie te bouwen.

Op 26/07/1832 verschijnt Joseph Deploige, pastoor te Widooie, voor notaris Cornelius Martin Joseph Van Beethoven te Tongeren en stelt daar een notariële akte op. In deze akte wordt het volgende opgenomen:

  • gelet op het feit dat Widooie geen pastorij heeft (n'a pas de maison pastorale) schenkt Joseph Deploige een stuk weide van 12 roeden, 60 ellen en 29 voeten oppervlakte aan de Stalestraat
  • deze weide is zijn eigendom ingevolge de akte van 08/04/1823 voor notaris Gilles Joseph Delbouille te Alleur
  • de gemeente moet een deel van het terrein omvormen tot groentetuin en op het andere deel een pastorij bouwen die geschikt is om dagelijks door de parochiepriester bewoond te worden
  • de inwoners moeten bijdragen tot de bouw van de pastorij hetzij in geld, hetzij in materialen, hetzij in handenarbeid naar gelang hun mogelijkheden (zoals ze aan de schenker beloofd hebben)
  • de gemeente moet zo snel mogelijk na het aanvaarden van de schenking zorgen voor de nodige materialen
  • de pastoor moet jaarlijks gratis een jaargetijde zingen voor de schenker en zijn familie en de gemeente moet jaarlijks 42 cent betalen aan de kerkmeester om bij de zang te helpen
  • de erfgenamen of andere eigenaars mogen nooit hoge bomen planten die het zonlicht uit de tuin van de pastorij zouden kunnen houden (S.A.T. Widooie kerk nr. 27)
  • In de getailleerde uitgaven van de bouw van deze pastorij is sprake van 130.000 karelen. De eerste gedateerde uitgave is deze van 29/12/1832 aan de zager te Henis om twee eiken bomen te zagen. De laatste factuur dateert van 23/07/1834. In het totaal werd 4.259 gulden betaald. Twee maanden na de laatste factuur overlijdt de schenker, pastoor Deploige. In een stockregister van de kerk (st kerk Widooie nr. 7) vond ik de volgende notitie terug:
    'voors pastoreel huis begonts te bouwen op den 15 april 1833, en daer in begonts te woonen op den 3den december 1833'.

    In de notulen van de gemeenteraad duikt de pastorij later bij herhaling op, meestal met betrekking tot uit te voeren herstellingswerken:

    29/04/1890: aangezien pastoor Defastré naar Zelck verplaatst wordt, maakt men van de gelegenheid gebruik om de erg verwaarloosde pastorij op te knappen. Het bestek der werken bedraagt 1.485,87 fr. (archief provincie nr 1269) In het bestek is o.a. sprake van veranderingen veroorzaakt door het maken der scheidingsmuur tussen de zaal en de eetplaats, veranderingen aan de beerput en aan het gemak, hernieuwing van het behang, plaatsen van drie nieuwe schoorsteenmantels, schoorsteen en en stuk van de puntgevel afbreken en opnieuw opmetsen, een porseleinen pot voor het gemak, een porseleinen pisbak leveren en plaatsen, het dak afnemen en terugplaatsen.
    29/08/1900: aangezien het 'pastoreel huis' dringend aan herstelling toe is en nog niet van 'eenen kornis' voorzien is en dat de waters sedert lange jaren reeds langs de muren 'afgeloopen hebbende', wordt besloten het bestek van de herstellingen, ten bedrage van 1.893,13 BEF uit te voeren.
    19/12/1900: de raad keurt de prijsofferte van Joseph Langenaeken, meester schrijnwerker, aannemer van openbare werken te Widooie, ten bedrage van 1.600 BEF voor de herstelling van de pastorij, goed.
    27/08/1901: de raad keurt herstellingen aan de pastorij goed, de tekst luidt als volgt: 'aangezien dat aan de pastorij het gebouw bevattende eenen kolenstal en hennenkot gedeeltelijk is ingestort en, dat het overige dreigt na te volgen, zoodat er geene gedeeltelijke herstelling meer aan mogelijk is en dezen stal volkomen opnieuw moet opgericht worden; dat de heer pastoor tot hiertoe genoodzaakt geweest is het hem noodige regenwater te vatten in een waterstuk, staande tegen den muur der pastorij; en dat het overgestorte water dit gebouw grootelijks benadeeligde. Dat het dus van eene verplichtende noodzakelijkheid is eenen regenput te maken en dezelve met eene pomp te voorzien. Aangezien de som van frs 200 voor onvoorziene bijwerken in het voornaam bestek gebracht reeds gebezigd geworden is voor het beplakken van den geheelen voorgevel der pastorij en het aangelegen gebouw, alsmede voor het vervangen van twee vensters waarvan de houten ramen volkomen rot waren'. Er wordt beslist de werken - gelet op de hoogdringendheid - nog voor de winter uit te voeren. De werken zullen toevertrouwd worden aan de aannemer die de eerste werken uitgevoerd heeft, en zulks op 'allervoldoenste wijze'.
    20/11/1911: In 1911 heeft de gemeente herstellingswerken aan de pastorij uitgevoerd; meer bepaald aan het dak, de vloeren van verschillende plaatsen die volkomen versleten waren, ramen en deuren die meer dan 10 jaar niet meer geverfd waren kregen een nieuwe laag.

    De laatste pastoor die de pastorij bewoonde was huidig parochieherder Hendrik Plessers die in 1989 de pastorij van Widooie ruilde voor een comfortabeler onderkomen in Piringen.