Widooie ligt 'geprangd' tussen twee Romeinse heerbanen. In het noorden is Widooie gelegen langs de Romeinse heerbaan Tongeren - Tienen, een onderdeel van de Romeinse weg van Tongeren naar Kassel (Fr. Cassel < Latijnse castellum Menapiorum = vesting, versterkte hoofdplaats van de Menapiërs) in Frans-Vlaanderen (gelegen op de 173m hoge Kasselberg, in de Romeinse tijd een belangrijk wegenknooppunt waar zeven heerbanen samenkwamen), een weg die uiteindelijk loopt tot Boulogne sur Mer (Gesoriacum). Deze heerbaan liep in de omgeving van Widooie ongeveer gelijk met de huidige steenweg Tongeren - Sint-Truiden (de N79). In Tongeren vertrok de heerbaan ten zuiden van de genoemde steenweg, Aan het kruispunt van de Lindestraat en de Oude Katzij kruiste de heerbaan de steenweg. De heerbaan loopt vervolgens ten noorden van de steenweg (Oude Katzij) om iets voor het kruispunt (Widooie - Piringen) zijn weg ten zuiden daarvan te vervolgen. Zo'n 25m ten zuiden van dit kruispunt (richting Widooie) werden op één meter diepte, vlak onder de moderne bestrating, sporen teruggevonden van meer dan 12m breed. De heerbaan kruist vervolgens de Mombeekstraat zo'n 185m ten zuiden van de steenweg en hetzelfde geldt voor de dreef naar Ter Hove. Het traject van deze weg is verderop te volgen via de huidige straatnamen: Oude Kassei (Bommershoven), Romeinse Kassei (Groot-Loon, Voort, Mettekoven, Rijkel), Romeinse weg Brustem (Brustem), Romeinse weg Velm (Velm).

In het zuiden grenst Widooie sedert 1970 aan de belangrijkste Romeinse weg die ons land kent: deze van Boulogne sur Mer (Gesoriacum) in Frankrijk via Terwanen (Tervanna, de hoofdplaats van de Morinen), Kamerijk (Camaracum, de latere hoofdplaats van de Nerviërs), Bavai (Bagacum, de hoofdplaats van de Nerviërs), Tongeren en Maastricht (Mosae Trajectum) naar Keulen (Colonia Agrippina), thans de Romeinse Kassei (N69), beter gekend als 'de Katzij' of 'de Romeinse katzij'.

De Romeinen wisten Widooie trouwens liggen. De Tongerse Beukenberg, eertijds een aquaduct dat de oudste stad van België (het Romeinse Atuatuca Tungrorum, het latere Tongeren) van water voorzag, liep tot in Widooie, waar aan een bron (Kertsborn) het nodige drinkwater voor de stad gehaald werd. Deze bron was mogelijk de aanzet voor het ontstaan van een primitieve bescheiden nederzetting aangezien het water via een rad op de aarden wal diende geschept te worden en dit rad diende 'bemand' te worden. Deze aarden wal - later te Tongeren ook wel de dijken geheten - dateerde van na het jaar 69 en bestond al bij de bouw van de eerste omheiningmuur in het begin van de 2de eeuw (al spreken andere bronnen over een datering in de tweede helft van de 2de eeuw). Het aquaduct werd aangelegd toen de gewone drinkwaterputten niet meer voldeden aan de behoeften in de Tongerse woonkwartieren en zeker ontoereikend waren voor de bevoorrading van bepaalde openbare gebouwen in de stad.

Deze stelling (dat het aquaduct in Widooie vertrok) werd tot nu toe algemeen aanvaard en is in de meeste publicaties ter zake terug te vinden. Zeer recent wordt ze echter in vraag gesteld. Vanuit archeologische hoek worden nieuwe ideeën geformuleerd die stellen dat het wel eens mogelijk zou kunnen zijn dat het aquaduct veel langer zou zijn en tot in Wallonië zou lopen. G. Sengers beschreef in 1935 de mogelijkheid dat de waterleiding gevoed werd door een bronnengebied dat 20 tot 25 km ten zuidwesten van Tongeren gelegen was. Sengers gaf als mogelijkheden: de bronnen van de Meullebeek te Corswarem en het Figgelebroek boven Rukkelingen-Loon. Het rapport van Luca Ponzetta e.a. voegt daar nog andere mogelijkheden aan toe: de bronnen van Boëlhe (Rosoux-Crenwick) en de bronnen van de Jeker te Blehen en Lens-Saint-Remy. Voorlopig blijven dit nog denkpistes omdat het traject slechts onderzocht werd tot de Kertsbornstraat te Widooie. De auteurs van het rapport moeten zelf erkennen dat er nog grote onzekerheid bestaat over het verdere verloop van het aquaduct vanaf de Kertsbornstraat en over het brongebied. Daarvoor is uiteraard archeologisch, landschappelijk en bodemkundig onderzoek nodig, dat tot op heden evenwel nog niet werd uitgevoerd. Het lijkt hen onwaarschijnlijk dat de drinkwatervoorziening van de stad afhankelijk zou geweest zijn van een goede en constante werking van een mechanisch systeem dat een hoogteverschil van 25 tot 30m moest overbruggen, indien het brongebied inderdaad te Widooie lag. Misschien is dat wel een te pessimistische zienswijze. De Romeinen stonden immers bekend om hun grootse bouwwerken en mechanische verwezenlijkingen. Voorlopig houd ik het dan ook bij de kandidatuur van Widooie. Een beetje chauvinisme mag hier wel.

Widooie behoorde oorspronkelijk waarschijnlijk tot het domein van de H. Adelardus (de neef van Pepijn de Korte), dat deze omstreeks 825 aan de abdij van Corbie in Picardië (Frankrijk) schonk. In Widooie bezat deze abdij een vrij uitgestrekte hoeve, die ze onder de leiding van een monnik-proost uitbaatte. De proost van Widooie zou ook later, wanneer alle goederen werden verpacht, de beheerder van de Brabantse en de Loonse abdijgoederen blijven. Deze goederen lagen o.a. in Beringen, Widooie, Bommershoven, Houthalen, Elen, Kerkom, Mol, Bertem, Neerijse, Haren. De proost was in de latere middeleeuwen trouwens een zeer belangrijke en invloedrijke figuur in deze gewesten. De proosdij van Widooie, waarvan de oudste vermelding dateert van 1276, verdween vermoedelijk in het begin van de 15de; eeuw. De proosdij, later herbouwd tot kasteel, kwam in 1588 in het bezit van de Tongerse patriciërsfamilie Vaes. Het hof van Corbie met de hoeve Terhove kwam in de 18de eeuw in handen van de familie de Tiecken. Dit hof wordt in 1177 voor het eerst vermeld als curia de Widoy en in 1250 als domus de Widoy. De unieke kapel in Romaanse stijl (thans gerestaureerd en omgevormd tot salon en eetkamer) is het oudste gedeelte en dateert uit de 11de eeuw. Het waren de graven van Loon die aanvankelijk de voogdij over deze goederen bezaten.

De oudste vermelding van Widooie dateert uit 1176. De naam van de gemeente wordt dan Wido geschreven. Zowel de officiële naam Widooie als het dialectische Bedeu verwijzen naar moerassige weiden. Widooie is afgeleid van het Germaanse withu 'bos' en ahwa 'water' en betekent dus 'bos te midden van waterachtige, moerassige weiden'. Bedeu komt van bi de oye (bij de moerassige weiden). Eigenaardig genoeg komen de beide vormen samen voor in de oude akten en hebben betrekking op twee verschillende delen van de gemeente (vb. 1344 tusschen Wydoe en Bedey, met Bedey wordt het noordelijk deel bedoeld). De administratieve vorm Webede die 50 à 100 jaar lang gebruikt werd, heeft weinig of geen enkele historische of taalkundige basis.

Widooie behoorde tot de stadsvrijheid Tongeren. De stadsvrijheid wilde zeggen dat een gordel van dorpen, rond een stad gelegen, onder het gerecht van die stad behoorden en tezamen een soort juridische enclave vormden te midden van een groter rechtsgebied. De stad vond in de dorpen het noodzakelijke voedsel voor haar ambachtslui en handelaars, mankracht voor de nijverheid en manschappen voor militaire doeleinden. In ruil genoten de dorpen - in theorie - militaire bescherming. De inwoners van de dorpen waren als buitenburgers vrijgesteld van elke dienstbaarheid, militaire verplichtingen en tolrechten. De rechtsmacht van het schepencollege van Tongeren strekte zich uit over de stadsvrijheid. Overal werd het Luikse stadsrecht toegepast. Dit belette echter niet dat de dorpen toch nog een zekere autonomie behielden. Ze hadden twee dorpmeesters en hun interne zaken losten ze als voorheen zelf op. Voor belangrijke zaken hadden ze echter de goedkeuring nodig van de Tongerse stadsmagistraat. De vroegere wereldlijke en kerkelijke heren oefenden in de dorpen nog steeds een aantal grondheerlijke rechten uit op hun goederen, meestal landbouwbedrijven. Het wordingsproces van de Tongerse stadsvrijheid was omstreeks 1250 voltrokken.

Hoe belandde Widooie in deze stadsvrijheid? Volgens Henry Baillien (cf. Tongeren van Romeinse civitas tot middeleeuws stad blz. 143-144) kende deze 'inlijving' het volgende verloop. Te Widooie bestonden twee domeinen: de hoeven van Corbie en van het O.L.Vrouwkapittel van Tongeren. De goederen van Corbie lagen vooral in het westen van Widooie en grensden aan de bezittingen van dezelfde abdij onder Bommershoven. Omstreeks 1177 verklaarde graaf Arnold van Loon aan de abt van Corbie dat hij geen rechten zou doen gelden op de curiam vestram (hoeve van Corbie), zulks in tegenstelling tot de valse geruchten die circuleerden sedert het overlijden van de proost van Widooie. In 1250 verleent de pauselijke legaat, Peter d'Albane, een privilege, dat handelt over de libertate et exemptione domus de Widoye (over de vrijheid en de vrijstelling/ontheffing van het huis van Widooie). Het charter van Hendrik van Gelre van 1250 qui déclare qu'il ne doit point recevoir de procuration sur Widoy et que le lieu est exempt (die verklaart dat hij geen volmacht over Widooie heeft en dat het oord is vrijgesteld) had volgens Baillien vermoedelijk betrekking op het verlenen van het burgerschap van Tongeren aan de inwoners van Widooie. In het overige deel van het dorp bezat het O.L.Vrouwkapittel van Tongeren een hoeve die op 27/07/1255 curia nostra de Wydoe (ons hof van Widooie) genoemd wordt. Widooie bleef deel uitmaken van de Tongerse stadsvrijheid tot 1795. Op 14 fructidor An III (31/08/1795) gebeurde de omvorming van de bestuurlijke indeling in kantons door de Fransen. Daardoor werd de stadsvrijheid afgeschaft en werd Widooie een zelfstandige gemeente. Dit 'statuut' zou de gemeente 175 jaar behouden.

Widooie was een zelfstandige gemeente tot 1970 en de eerste fusiegolf. Samen met Piringen, Bommershoven en Haren, vormde Widooie vanaf 01/01/1971 de gemeente Haren. Bij de tweede fusiegolf van 1977 werd de nog jonge gemeente Haren opnieuw opgesplitst, zeer tegen de zin van het gemeentebestuur overigens, dat bij herhaling krachtig protesteerde. Niettemin verhuisden Piringen en Widooie naar Tongeren, terwijl Bommershoven en Haren naar Borgloon vertrokken.

De Sint-Pancratiusparochie van Widooie, die vermoedelijk omstreeks 1100 van de moederkerk van Haren werd afgesplitst, hoorde toe aan het O.L.Vrouwekapittel van Tongeren, dat de pastoor benoemde en de tienden inde. De parochie bezat geen dooprecht, de kinderen moesten in de moederkerk van Tongeren gedoopt worden. Tot aan de Franse revolutie bezat de kerk van Widooie dus geen doopvont. Eigenlijk was de Sint-Pancratiuskerk een kwartkapel.

De kwartkapel van Widooie bestond reeds in de 12de eeuw. Ze werd in 1421 gerestaureerd en op het einde van de 18de eeuw wordt ze als bouwvallig vermeld. Blijkbaar werden in 1717 eveneens werken uitgevoerd, vermits een vloersteen in de huidige kerk dit jaartal draagt (de steen ligt aan de linkerzijde van de kerk, gezien vanaf de deur, op de 5de rij vanaf de muur, en de 8ste rij voor de biechtstoel) In 1804 werd de kerk als succursale (filiaalkerk) bij deze van Haren gevoegd. Na de Belgische onafhankelijkheid wordt de parochie Widooie in 1834 van Haren afgescheiden.

In 1833-1834 had men in Widooie reeds een nieuwe pastorij gebouwd. In 1844 werd de oude kerk tenslotte afgebroken. De toren had men reeds eerder afgebroken en de kerk zelf had men moeten 'steipen' (stutten, ondersteunen). Op 27.4.1846 legde deken Reinartz van Tongeren de eerste steen van de nieuwe kerk. Op 14.7.1851 werd de nieuwe kerk plechtig ingewijd door Cornelius Richardus Antonius van Bommel, bisschop van Luik (de man was uit het Nederlandse Leiden afkomstig).

Op 1.1.1971 hield Widooie op te bestaan als bestuurlijk onafhankelijke entiteit. Bij de eerste fusiegolf 'verenigde' Widooie zich samen met Piringen, Bommershoven en Haren tot een nieuwe bestuurlijke gemeente onder de naam Haren.

De drie gemeenten hadden ook een voorstel voor de naam van de nieuwe gemeente: WIRINGHOVEN, opgebouwd uit de bestanddelen WI(dooie) (Pi)RING(en) en (Bommers)HOVEN. Dit voorstel vond evenwel geen genade in de ogen van Binnenlandse Zaken en het werd uiteindelijk HAREN. Deze eerste fusie was een kort leven beschoren. Amper zes jaar later hield ze op te bestaan. Op 1.1.1977 werden Widooie en Piringen 'ingelijfd' bij Tongeren, terwijl Bommershoven en Haren naar Borgloon verhuisden. De jaarlijkse carnavalstoet in de vroegere fusie Haren is een blijvend aandenken aan deze eerste fusie.

Niettemin bleef in Widooie, dat de speelbal van deze administratieve hocus-pocus was, onderhuids een verenigingsleven bestaan dat sedert de oprichting van 'Widooie Leeft' in 1997, terug sterk aan de oppervlakte gekomen is. Met vereende krachten werden de voorbije jaren succesrijke Pinksterfeesten georganiseerd, waarbij de organisatie zich in 2000 mocht verheugen in de aanwezigheid van de acteur Senne Rouffaer, die de geboorteplaats van zijn vader nog eens kwam opzoeken. Widooie werd in 2001 bovendien als eerste Limburgse gemeente uitgekozen voor het cultuurproject 'Dorp op stap' Widooie kreeg twee jaar eerder, in mei 1999, ook de aankomst van een rit in de wielerronde van Limburg toegewezen. Het was trouwens niet de eerste keer dat te Widooie een 'wielerwedstrijd' gehouden werd. U zal dadelijk merken waarom ik het woord wielerwedstrijd tussen aanhalingstekens gezet heb, wanneer u de volgende tekst uit 'De Postrijder' van 3/10/1931 leest: 'Widoye - Zondag 4 October koers op weide voor onderbeginnelingen - 45km in 3 reeksen van 15km. 450 fr. prijzen en talrijke premiخ. Inkomprijs: 2 fr. Men schrijft in den dag der koers in de weide vanaf 1 uur. In geval van slecht weder wordt de koers uitgesteld tot Zondag 18 October. De inrichters blijven niet verantwoordelijk voor de gebeurlijke ongevallen'. Widooie kende in 1931 al een heuse veldrit! Deze koers vond plaats in een weide in de Stelstraat (thans o.a. nr. 21 bewoond door Benni Philippeth).

Tot slot nog deze historische 'sprokkelingen', wist je dat:

  • drie ter dood veroordeelde misdadigers op 17.12.1551 nabij Widooie geradbraakt werden? (Cornelius van Antwerpen, Pieter van Brusselt en Arnold Steenenhuys van Sint-Truiden werden op 2/12/1551 na hardnekkig verweer nabij Bommershoven overmeesterd door burgers van Tongeren, naar Tongeren gevoerd en door het hoog gerechtshof ter dood veroordeeld)
  • het kasteel van Widooie in 1670 door een brand volledig verwoest werd en niet meer heropgebouwd werd, dat dit kasteel zich ten zuiden van het huidige gebouw bevond en het boerderijgedeelte nadien tot kasteel omgebouwd werd?
  • de oude kerk van Widooie op 25.5.1674 door Franse soldaten geplunderd werd?
  • Zweedse troepen op 28.5.1675 bijna alle huizen van Widooie afgebroken hadden? (in de overlijdensakten vond ik terug dat Maleys Joannes op 24/10/1675 overlijdt na 'ab hollandis ad mortem vulneratus' door de Hollanders dodelijk verwond te zijn)
  • Widooie in 1762 1 kasteel, 26 huizen en 7 stallen telde?
  • in 1847 te Tongeren 5 brievendragers voor de landelijke ronden in dienst waren en Widooie samen met Piringen, Vechmaal en Wouteringen tot de 2de ronde behoorde?
  • Joanna Catharina Deploige op nieuwjaardag 1861 te Widooie overleed en zij de laatste begijn van het begijnhof van Tongeren was? (zij wordt in de overlijdensakte vermeld als 'eigenares', 89 jaar oud en geboren te Widooie, zij werd op 7/1/1772 gedoopt als dochter van Arnold Deploets (let op de schrijfwijze) en Cobus Catharina (in de overlijdensakte wordt de naam van de moeder Copis geschreven), peter en meter waren Cobus Frans en Deploets Joanna)
  • op 11 mei 1940 een honderdtal Belgische soldaten, die de dag voordien door de Duitsers waren ingehaald, te Piringen en Widooie werden krijgsgevangen gemaakt?
  • het vliegtuig (een Lancaster bommerwerper van de R.A.F.) van flight lieutenant-navigator Philip Pepper in de nacht van 18 op 19 november 1943, tijdens een bombardementsvlucht op Keulen, boven Aken door Duits afweergeschut geraakt werd en hij bengelend aan zijn parachute in Widooie landde (het vliegtuig vernielde het kasteel van Voort)? Hij verstopte zich in een geitenstal waar hij gevonden werd door Michel Paulissen - Swerts. Die bracht hem naar Terhove. De familie de Schaetzen zorgde ervoor dat hij in een ontsnappingslijn terecht kwam, waardoor hij via Tongeren, Luik, Brussel, Parijs, Madrid en Gilbraltar (februari 1944) terug naar zijn basis in Engeland kon.
  • Widooie een ereburger heeft?
  • er een verband bestaat tussen Widooie en de koninklijke familie? (daarover leest u elders meer)
  • Widooie ooit 'Spel zonder grenzen' won? (weliswaar te Bommershoven)
  • Widooie zelfs op het Internet geen illustere onbekende meer is? Wie op de zoekmachine 'Google' Widooie intikt, krijgt 9.580 gevonden 'hits' waarvan Google er onmiddellijk 305 weergeeft.
  • Je kan ook nog heel wat geschiedenis terugvinden in de rubriek Bêdöj in beeld.

    Guy Leus